Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Frans Nederlands
  • outre = behalve
  • élaborer = ontwikkelen
  • étroitement = nauw
  • cependant = echter / toch
  • l’éducation = de opvoeding
  • tranquille = rustig
  • acquérir = verwerven
  • avancer = vooruitgaan
  • profond = diep
  • se réduire à = zich beperken tot
  • habile = handig
  • être impliqué = betrokken zijn
  • surdoué = hoogbegaafd
  • l’outil = het middel / het instrument
  • résoudre = oplossen
  • immuable = onveranderlijk
  • bref = kortom
  • l’incohérence = het gebrek aan samenhang
  • toucher = aanraken
  • déterminer = bepalen
  • le raisonnement = de redenering
  • par ailleurs = overigens
  • la population = de bevolking
  • égal à = gelijk aan
  • le QI = het IQ
  • être doué pour les langues = een talenknobbel hebben
  • la mémoire = het geheugen
  • réfléchir = nadenken
  • les gènes = de genen
  • le cerveau = de hersenen