Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • to behave = zich gedragen
  • behaviour = gedrag
  • to warn = waarschuwen
  • warning = waarschuwing
  • to bully = pesten
  • bully = petskop
  • sense of humour = gevoel voor humor
  • to get on/along = kunnen opschieten
  • (im)polite = (on)beleefd
  • hooligan = vandaal
  • to gamble = gokken
  • craze = rage
  • habit = gewoonte
  • addited = veslaafd
  • addict = verslaafde
  • couch potato = tv verslaafde
  • (dis)honest = (on)eerlijk
  • to trust = vertrouwen
  • to doubt = (be)twijfelen
  • doubt = twijfel
  • to quarrel = ruzie maken
  • quarrel/row = ruzie
  • excuse me = pardon
  • adventure = avontuur
  • excuse = excuus/smoes
  • in spite of/despite = ondanks
  • to handle = aanpakken
  • to remain = bijven
  • manners = manieren