Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • rush hour = spitsuur
  • careful = voorzichtig
  • careless = onvoorzichtig
  • due to / owing to = te wijten aan
  • injured = gewond
  • injury = verwonding
  • prohibited = verboden
  • to blame = de schuld geven
  • fault = schuld / fout
  • to drive = rijden (auto)
  • to ride = rijden (paard / tweewieler)
  • to happen = gebeuren
  • to take place = plaatsvinden
  • straight on = rechtdoor
  • traffic jam = opstopping
  • tailback = file
  • crowd = menigte
  • crowded = vol / druk
  • to slow down = vaart minderen
  • pedestrian = voetganger
  • busy = druk
  • square = plein
  • distance = afstand
  • out of order = defect
  • signpost = wegwijzer
  • direction = richting
  • to cross = oversteken
  • sign = teken
  • (traffic) sign = verkeersbord