Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • trifle = kleinigheid
  • trivial = onbelangrijk
  • ample = volop; ruim
  • deficiency = gebrek
  • deficient = onvoldoende; gebrekkig
  • to abound = in overvloed voorkomen
  • abundance = overvloed
  • abundant = overvloedig
  • to cram = volpropen
  • gravity = zwaartekracht
  • proportion = deel
  • disproportionate = onevenredig
  • innummerable = ontelbaar
  • decay = verval
  • handsome = flink
  • rate = snelheid
  • invaluable = van onschatbare waarde
  • to surpass = overtreffen
  • to heighten = verhogen
  • to range between = liggen tussen
  • packed = bomvol
  • immense = enorm
  • inferior (to) = lager (dan)
  • inferior = minder; slechter
  • inferiority = minderwaardigheid
  • lukewarm = lauw
  • to constitute = vormen