Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • agriculture / agricultural = landbouw
  • area = oppervlakte
  • area;region = gebied;streek
  • rural = plattelands-;landelijk
  • infertile = onvruchtbaar
  • soil = grond;aarde
  • fertiliser = kunstmest
  • fertility = vruchtbaarheid
  • to cultivate = bebouwen
  • implement = werktuig
  • tenant = pachter;huurder
  • harvest = oogst
  • crop = gewas; oogst
  • barn = schuur
  • pesticide = bestrijdingsmiddel
  • pest = ongedierte
  • to spray = bespuiten
  • meadow = weide
  • ditch = sloot
  • to breed = fokken;kweken
  • breed = ras
  • dairy farm = melkveebedrijf
  • dairy product = zuivelproduct
  • settler = kolonist
  • settlement = nederzetting
  • peasant = kleine boer
  • fertile = vruchbaar