Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • superior (to) = hoger (dan) / beter (dan
  • superiority = overmacht/superioriteit
  • to hoard = hamsteren/inslaan
  • hoard / store = voorraad
  • excess = teveel/overvloed
  • excessive = overmatig/te veel
  • in excess of = boven
  • to magnify = vergroten
  • ration = rantsoen
  • to ration = rantsoeneren
  • self-sufficient = zelfstandig
  • degree = hoogte/mate
  • minute = heel klein
  • limit = grens
  • sole = enige
  • solely = alleen
  • a mere = slechts
  • latitude = breedte
  • longitude = lengte
  • populous = dichtbevolkt
  • to enumerate = opsommen
  • to accumulate = zich ophopen
  • multitude = groot aantal/menigte
  • surge = plotselinge stijging
  • to surpass = overtreffen
  • to prevail = (over)heersen
  • void = leegte