Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • adept at = goed in, bedreven in
  • ambivalence = tweeslachtigheid
  • animosity = vijandigheid
  • apron = schort
  • bonnet = kap, muts
  • braces = bretels
  • brim = rand
  • to congregate = (als grote groep) verzamelen
  • conscientious objection = gewetensbezwaar
  • densely = dicht
  • to deteriorate = verslechteren
  • to enhance = verbeteren, versterken
  • hurdle = obstakel, hindernis
  • ingenuity = vindingrijkheid, vernuft
  • ostensibly = klaarblijkelijk
  • perseverance = doorzettingsvermogen
  • proceedings = stappen, procedures
  • to punctuate = kenmerken
  • schism = scheuring, scheiding
  • scrutiny = nauwkeurig onderzoek, controle
  • to shun = mijden, schuwen
  • staccato = serie korte en scherpe geluiden
  • submission = onderdanigheid
  • to trot = draven
  • vanity = ijdelheid