IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-5vwo
Hoofdstuk 3.5
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
pull over
=
aan de kant van de weg stoppen
condition
=
aandoening
adjoining
=
aangrenzend
bring about
=
bereiken
regard
=
beschouwen als
promote
=
bevorderen
occupant
=
bewoner
within
=
binnen (+periode) / binnen
domestic
=
binnenlands
what goes around, comes around.
=
Boontje komt om z'n loontje.
lack
=
een gebrek hebben aan
annual
=
jaarlijks
acquaintance
=
kennis
had better
=
kunnen maar beter / kunnen beter
airline company
=
luchtvaartmaatschappij
mighty
=
machtig
provided
=
mits
monk
=
monnik
trivial
=
weinig voorstellend / onbelangrijk
bargain
=
onderhandelen
meanwhile
=
ondertussen / intussen
establish
=
oprichten
change
=
overstappen
cash machine / ATM
=
pinautomaat
schedule
=
plannen voor een bepaald tijdstip
riches
=
rijkdom
wander
=
rondlopen
bird of prey
=
roofvogel
vendor
=
straatverkoper
dozens
=
tientallen
among
=
tussen / onder
exhausted
=
uitgeput
falcon
=
valk
crucial
=
van enorm belang / cruciaal
in advance
=
van tevoren
comparable
=
vergelijkbaar
advanced
=
vergevorderd
display
=
vertoning
departure for
=
vertrek naar
benefit from
=
voordeel hebben van
make progress
=
vooruitgang boeken
mutual
=
wederzijds
What you give is what you get.
=
Wie goed doet, goed ontmoet.