Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • to affect = negatieve invloed hebben op
  • alternatively = in plaats daarvan
  • to anticipate = verwachten
  • attendance = aanwezigheid
  • to clarify = toelichten
  • consent = goedkeuring
  • to culminate = resulteren
  • to customise = op maat maken
  • educator = opleider
  • elaborate = uitgebreid
  • globalisation = wereldwijde verspreiding
  • to implement = uitvoeren
  • phenomenon = verschijnsel, fenomeen
  • to recall = (zich) herinneren
  • regardless of = ongeacht
  • to resent = kwalijk nemen
  • tedious = saai
  • topic = onderwerp
  • valid = geldig