Library

Woordenlijsten Library

Hier vind je de woordenlijsten van Library van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • Hi Tom! = Hoi Tom!
  • Hi there! / Hey! / Hello! = Hallo!
  • Hi Nancy, what have you been up to? = Ha Nancy, hoe staat het leven?
  • Pete, it's been a long time, how are you? = Pete, dat is lang geleden. Hoe gaat het met je?
  • Good morning. / Good afternoon. / Good evening. = Goedemorgen. / Goedemiddag. / Goedenavond.
  • Nice to meet you. = Leuk om je te ontmoeten.
  • Nice to meet you too. = Ik vind het ook leuk om jou te ontmoeten.
  • Are you from ...? = Kom je uit ...?
  • Where do you live? = Waar woon je?
  • I live in Sussex. = Ik woon in Sussex.
  • I'm from Canada. = Ik kom uit Canada.
  • I'm fine. How about you? = Met mij gaat het prima. En met jou?
  • He's doing fine. = Het gaat goed met hem.
  • I'm not doing that great. = Het gaat niet zo goed met me.
  • Sorry to hear that. = Dat is vervelend om te horen.
  • That's too bad. = Dat is jammer.
  • I'm feeling dizzy. / I have a headache. = Ik ben duizelig. / Ik heb hoofdpijn.
  • What's wrong? / What's the matter? = Wat is er aan de hand?
  • That is my baby sister. = Dat is mijn kleine zusje.
  • She has four siblings. = Zij heeft vier broertjes en zusjes.
  • We're twins, my sister is the oldest. = Wij zijn tweeling, mijn zus is de oudste.
  • Next week is his birthday, he'll turn eighteen. = Volgende week is zijn verjaardag, dan wordt hij achttien.
  • We're the Jones's. = Wij zijn de familie Jones.
  • Our last name is Mantukari. = Onze familienaam is Mantukari.
  • Luckily, my parents and I get along. = Gelukkig kunnen mijn ouders en ik goed met elkaar opschieten.
  • Having a brother has its pros and cons. = Het heeft voor- en nadelen om een broertje te hebben.
  • My brother is quite rude. = Mijn broer is nogal onbeleefd.
  • My mother likes walking the dog. = Mijn moeder wandelt graag met de hond.
  • Which actor do you like best? = Welke acteur vind jij het beste?
  • Do you like Zac Efron? = Houd jij van Zac Efron?
  • What do you think of drama? = Wat vind je van drama?
  • What about Leonardo DiCaprio? = Wat vind je van Leonardo DiCaprio?
  • Did you know Will Smith sings too? = Wist jij dat Will Smith ook zingt?
  • I'm a big fan of Robert DeNiro. = Ik ben een groot fan van Robert DeNiro.
  • He makes great movies. = Hij maakt geweldige films.
  • I like to watch comedies = Ik kijk graag naar komedies.
  • I love watching horror. = Ik kijk graag naar horror.
  • I hate watching tv-series = Ik kijk niet graag naar tv-series.
  • I think Teen Wolf is the best. = Ik vind Teen Wolf de beste.
  • I enjoy going to the cinema. = Ik vind het leuk om naar de bioscoop te gaan.
  • I love a happy-ending. = Ik ben dol op een goede afloop.
  • My parents always watch House of Cards. = Mijn ouders kijken altijd naar House of Cards.
  • I like hiking / fishing / swimming. = Ik houd van wandelen / vissen / zwemmen.
  • She loves sightseeing. = Ze vindt bezienswaardigheden bekijken leuk.
  • He loves wandering around the city. = Hij vindt door de stad dwalen leuk.
  • I'm a big fan of lazy holidays. = Ik ben een groot fan van luie vakanties.
  • He's into active holidays. = Hij houdt van actieve vakanties.
  • I love dancing to music. = Ik houd van dansen op muziek.
  • Do you like eating out? = Vind jij uit eten gaan leuk?
  • I like red shoes. = Ik houd van rode schoenen.
  • I prefer wearing blue jeans. = Ik draag liever blauwe jeans.
  • I think beige is a boring colour. = Ik vind beige een saaie kleur.
  • I have this dress in three colours: green, purple and turquoise. = Ik heb deze jurk in drie kleuren: groen, paars en turquoise.
  • I don't have a black or grey suit. = Ik heb geen zwart of grijs pak.
  • As a child, I loved pink socks. = Als kind was ik dol op roze sokken.
  • I really love my orange swimming trunks. = Ik ben dol op mijn oranje zwembroek.
  • I never wear skinny jeans. = Ik draag nooit skinny jeans.
  • I always wear black. = Ik draag altijd zwart.