Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • abroad = in het buitenland
  • American = Amerikaans; Amerikaan
  • Belgian = Belgisch
  • border = grens
  • British = Brits
  • (a) Briton = (een) Brit
  • capital = hoofdstad
  • Dutch = Nederlands
  • European = Europees; Europeaan
  • foreign = buitenlands
  • French = Frans
  • German = Duits; Duitser
  • Greek = Grieks; Griek
  • (to be) interested in = geïnteresseerd (zijn) in
  • Italian = Italiaans; Italiaan
  • national anthem = volkslied
  • postcard = ansichtkaart
  • Spanish = Spaans