Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • chord = akkoord
  • acoustic = akoestisch
  • movement = beweging; stroming
  • verse = couplet
  • tune = deuntje
  • dynamic = dynamisch
  • fabulous = fantastisch
  • to take up = gaan doen aan
  • unfortunately = helaas
  • to improvise = improviseren
  • instrumental = instrumentaal nummer
  • childhood = jeugd
  • melody = melodie
  • track = nummer (van een album)
  • subject = onderwerp
  • incredibly = ongelooflijk
  • undoubtedly = ongetwijfeld
  • catchy = pakkend
  • chorus = refrein
  • respectful = respectvol
  • to rhyme = rijmen
  • mood = stemming; bui
  • tambourine = tamboerijn
  • connection = verband; aansluiting
  • confident = zelfverzekerd