Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • current affairs = actualiteiten
  • episode = aflevering
  • to claim = beweren
  • source = bron
  • to cite = citeren
  • copy = exemplaar
  • to speculate = gissen; speculeren
  • headline = kop
  • readership = lezerspubliek
  • news anchor = nieuwslezer
  • issue = nummer; uitgave
  • press conference = persconferentie
  • audience = publiek
  • reality = realiteit
  • critic = recensent; criticus
  • editor = redacteur
  • director = regisseur
  • report = reportage; verslag
  • to broadcast = uitzenden
  • to compare = vergelijken
  • to state = verklaren
  • to report = verslaan
  • front page = voorpagina
  • channel = zender