Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • Bye. See you later. = Dag. Tot ziens.
  • Can I use your phone? = Mag ik je telefoon gebruiken?
  • Can you say that again, please? = Kan je dat nog een keer zeggen?
  • Can you speak more slowly, please? = Kunt u wat langzamer spreken?
  • Have you met Sita? = Heb je Sita wel eens ontmoet?
  • I agree with you. = Ik ben het met je eens.
  • I don't think so. = Ik denk van niet.
  • I am fond of playing the guitar. = Ik ben gek op gitaarspelen.
  • I don't understand you. = Ik begrijp u niet.
  • I hate homework. = Ik hou niet van huiswerk.
  • I hope to see you soon. = Ik hoop je gauw te zien.
  • I will mail you later. = Ik mail je straks.
  • Nice to meet you. = Leuk je te ontmoeten.
  • See you soon. = Tot gauw.
  • What does he look like? = Hoe ziet hij eruit?