Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Latijn Nederlands
  • num? = toch niet?
  • nos = wij, ons
  • tantum = 1. zoveel, zozeer 2. alleen maar
  • pugnare = pugno, vechten
  • simul = tegelijk
  • signum = sign-_____, onz., het teken
  • equus = equ-____, m., het paard
  • annus = ann-____, m., het jaar
  • hic = hier
  • vulnus = vulner-_____, onz., de wonde
  • appellare = appello, 1. aanspreken 2. noemen
  • pax = pac-____, vr., de vrede
  • amittere = amitto, 1. wegzenden 2. verliezen
  • verbum = verb-____, onz., het woord
  • movere = moveo, 1. (doen) bewegen 2. beïnvloeden, raken