IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Latijn
Ars legendi
Vidi
Vidi 01.8 verbogen/vervoegd
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Latijn
Nederlands
-que
=
-que, en
amico
=
amicus, de vriend
amicae
=
amica, de vriendin
arte
=
ars, 1. de vaardigheid 2. de kunst
at
=
at, maar, daarentegen
autem
=
autem, maar; vaak onvertaald
deest
=
deesse, ontbreken
deo
=
deus, de god
deae
=
dea, de godin
domum
=
domus, het huis
facit
=
facere, 1. doen 2. maken
fers
=
ferre, 1. dragen 2. brengen
gratia
=
gratia, 1. de charme 2. de dank
haud
=
haud, helemaal niet
huius
=
hic, deze / dit ... (hier)
igni
=
ignis, het vuur
illo
=
ille, die / dat ... (daar)
magis
=
magis, meer
maxima
=
maximus, 1. zeer groot 2. grootste
miseris
=
miser, ongelukkig, ellendig
nisi
=
nisi, 1. als niet 2. tenzij
nolumus
=
nolle, niet willen
nomina
=
nomen, de naam
nondum
=
nondum, nog niet
nonne?
=
nonne?, toch wel? …, niet?
nullis
=
nullus, geen
nunc
=
nunc, nu
ore
=
os, 1. de mond 2. het aangezicht
ostendis
=
ostendere, laten zien, tonen
partem
=
pars, 1. het deel 2. de kant
primis
=
primus, eerste
quia
=
quia, omdat
quid?
=
quid?, 1. wat? 2. waarom?
quoniam
=
quoniam, aangezien
redditis
=
reddere, 1. teruggeven 2. geven
respondes
=
respondere, antwoorden
tempora
=
tempus, de tijd
tendunt
=
tendere, 1. spannen 2. gaan naar
toto
=
totus, heel
vincit
=
vincere, overwinnen
viribus
=
vires, 1. de kracht 2. de strijdkrachten
vi
=
vis, 1. de kracht, de macht 2. het geweld