Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • Sometimes we spend too much on clothes. = Soms geven we te veel uit aan kleren.
  • Don't buy clothes unless you really need them. = Koop geen kleren tenzij je ze echt nodig hebt.
  • Make a shopping list and stick to it. = Maak een boodschappenlijstje en hou je eraan.
  • One of the items on my list is... = Een van de dingen op mijn lijstje is...
  • Give yourself a budget. = Geef jezelf een budget.
  • Do some research beforehand. = Doe vooraf wat onderzoek.
  • How much do they cost? = Hoeveel kosten ze?
  • Take cash with you and leave your debit card at home. = Neem contant geld mee en laat je pinpas thuis.
  • How long is it going to last? = Hoe lang gaat het mee?
  • High-quality clothing is more expensive. = Kleding van goede kwaliteit is duurder.
  • Because it keeps looking good, you will wear it for longer. = Omdat het er mooi blijft uitzien, zul je het langer dragen.
  • Time to think ahead. = Tijd om vooruit te denken.
  • My winter coat has a nasty tear in it. = Er zit een lelijke scheur in mijn winterjas.
  • Prices are reduced now. = De prijzen zijn nu verlaagd.
  • Your bank account will look even better than you! = Je bankrekening zal er nog beter uitzien dan jij!
  • Second-hand shops are a really good option if you like a bargain. = Tweedehandswinkels zijn een heel goede optie als je van een koopje houdt.
  • This is your chance to buy some timeless classics for a fraction of the original price! = Dit is je kans om tijdloze klassiekers te kopen tegen een fractie van de oorspronkelijke prijs!
  • Has a seam in your skirt come loose? = Is er een zoom in je rok losgeraakt?
  • Is the zipper broken in a jacket that still looks fine otherwise? = Is de rits stuk van een jas die er verder nog prima uitziet?
  • Take a course in mending clothes. = Volg een cursus kleding herstellen.
  • Go to the grocery store wth three ideas of what you can eat for breakfast. = Ga naar de winkel met drie ideeën voor wat je als ontbijt kunt eten.
  • Write out a grocery list. = Schrijf een boodschappenlijstje.
  • Think about the versatility of the items that you're buying. = Denk na over de veelzijdigheid van de dingen die je koopt.
  • What kinds of items do you like cooked as well as raw? = Welke items vind je zowel gekookt als rauw lekker?
  • Don't forget to buy spices, oil, lemons and herbs. = Vergeet niet om specerijen, olie, citroenen en kruiden te kopen.