A rose and a boar

A rose and a boar

Een verhaal over recht en order in de middeleeuwen. We volgen het leven van Alienor, een kind met een heel eigen willetje en heel wat lef.
Start direct met lezen.
Inhoudsopgave.
De strip is ook te downloaden als iPad app. Met dank aan uitgeverij Bonte.

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • snoring = snurken
  • keep = houden
  • snoring = snurken
  • near = dichtbij
  • joy = vreugde
  • joy / delight

    vreugde

  • husband = man
  • virgin = maagd
  • justice = gerechtigheid
  • frail = teer
  • Heavy = Zwaar
  • jokes = grappen
  • They liked to tell rude jokes

    ... grappen ...

  • smile = glimlach
  • sad = triest
  • sad to hear of the man's death.

    triest om te horen van de dood van de man.

  • squire = schildknaap
  • ride a horse = paardrijden
  • ride a horse / horse-riding

    paardrijden

  • evening = avond
  • stable = stal
  • saddle = zadel
  • squire = schildknaap
  • horses = paarden
  • ride = rijden
  • angry = boos
  • run away = weggelopen
  • matter = zaak
  • damsel = jonkvrouw
  • servant = dienaar
  • country = Land
  • servant = dienaar
  • country = Land
  • think = denken
  • away = Weg
  • together = samen
  • discovered = ontdekt
  • disappearance = verdwijning
  • daughter = dochter
  • honest = eerlijk
  • believe = geloven
  • sensible = verstandig
  • It's very sensible to bring your umbrella when it's raining.

    Het is erg verstandig om je paraplu mee te nemen als het regent.

  • daughter = dochter
  • exactly = precies
  • foolishness = dwaasheid
  • refuse = trekken
  • reward = beloning
  • money = geld
  • abducted = ontvoerd
  • demand = eis
  • requirement / demand

    eis

  • according = volgens
  • proprietor = eigenaar
  • offspring = nakomelingen
  • earnings = verdiensten
  • glad = blij
  • invite = uitnodigen
  • witness = getuige
  • born = geboren
  • conscience = geweten
  • trouble = moeilijkheden
  • gallows = galg
  • sacred = heilig
  • property = eigendom
  • of course = natuurlijk
  • lie = liegen
  • spawn = gebroed
  • abducted = ontvoerd
  • clearly = duidelijk
  • considered = beschouwd
  • acceptable = aanvaardbaar
  • fact = feit
  • mercy = genade
  • demand = eis
  • child = kind
  • He's a child. Ten years old.

    kind

  • dangle = bungelen
  • rope = touw
  • rope

    touw / met lasso vangen

  • shame = schande
  • mercy = genade
  • knowledge = kennis
  • crook = schurk
  • harvest = oogst
  • years = jaren
  • recognize = erkennen
  • Do you think someone will recognize me?

    erkennen

  • slavery = slavernij
  • freedom = vrijheid
  • knowledge = kennis
  • proprietor = eigenaar
  • people = mensen
  • included = inbegrepen
  • hurry = snel
  • allowed = toegestaan
  • piece = stuk
  • greed = lenen
  • penance = boete
  • possession = bezit
  • That AudiR8 is mine. It's my possession.

    Die AudiR8 is van mij. Het is mijn bezit.

  • entire = hele
  • beggar = bedelaar
  • fee = vergoeding
  • harvest = oogst
  • current = huidig
  • usual = gebruikelijk
  • punishment = straf
  • regularly = regelmatig
  • scented = geurende
  • servant = dienaar
  • soap = zeep
  • darling = liefje
  • eyes = ogen
  • remember = herinneren
  • crusade = kruistocht
  • since = sinds
  • remember = herinneren
  • chasing = vangen
  • rub = schrobben
  • wonder = afvragen
  • alive = levend
  • peacefully = vredig
  • sleep = slapen