Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • assertion = bewering
  • (to) clog = doen verstoppen
  • erratic = onregelmatig / grillig
  • perpetrator = pleger / dader
  • pollen = stuifmeel
  • resilience = herstellingsvermogen
  • rodent = knaagdier
  • shard = scherf / stuk / brok
  • sustainable = duurzaam
  • (to) vex = kwellen
  • wantonly = lichtzinnig
  • draft animal = trekdier
  • (to) enjoy better spin = er beter van afkomen
  • inadvertent = onachtzaam
  • obsidian = lavaglas
  • patrimony = erfgoed
  • quarry = steengroeve
  • quiescent = slapend
  • scrawny = broodmager / schriel
  • sediment = bezinksel
  • steward = rentmeester
  • (to) strut your stuff = trots laten zien wat je kunt
  • (to) topple = omstoten