Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • above = boven
  • beauty = schoonheid
  • challenge = uitdaging
  • descent = afdaling
  • duration = duur
  • excitement = opwinding
  • experienced = ervaren
  • narrow = smal
  • rapid = stroomversnelling
  • reason = reden
  • rough = ruig
  • ultimate = ultiem
  • chin = kin
  • fan = ventilator
  • goggles = duikbril
  • hand sign = handsignaal
  • handle bar = stuur
  • lifejacket = reddingsvest
  • surface = oppervlak
  • white-water = wildwater
  • basics = basiskennis / basis / basisvaardigheden
  • celebrate = vieren
  • come along = meegaan
  • conditions = omstandigheden
  • congratulations = gefeliciteerd
  • directions = routebeschrijving / aanwijzingen
  • lesson = les
  • allowed = toegestaan
  • fins = flippers
  • giant = heel groot
  • hold on = vasthouden
  • in case = voor het geval dat / als
  • launch = lanceren
  • shore = oever / waterkant
  • spin = ronddraaien
  • weapon = wapen