Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • crowd = menigte
  • customize = persoonlijk maken
  • depend on = afhangen van
  • draw = tekenen
  • fad / hype = hype / iets wat even in de mode is
  • glue = lijmen
  • notice board = mededelingenbord
  • personalize = persoonlijker maken
  • scratch = kras
  • sew = naaien / aannaaien
  • stain = vlek
  • stand out = opvallen
  • whatever = wat dan ook
  • whenever = wanneer dan ook
  • above all = bovendien / vooral
  • anti-social = asociaal
  • court = speelveld
  • dirt = onverhard
  • fairly = tamelijk
  • It's a pity. / It's a shame. = Dat is jammer.
  • litter = afval / rommel
  • local = plaatselijk / van de wijk
  • loud = luidruchtig
  • obviously = overduidelijk
  • own = bezitten
  • public = openbaar
  • resident = bewoner
  • turn up = komen opdagen / verschijnen
  • disadvantage = nadeel
  • either = ook niet
  • gain = toenemen
  • get involved in = betrokken raken bij
  • heal = genezen
  • minor = minderjarige
  • not yet = nog niet
  • root = wortel
  • rub = wrijven
  • scar = litteken / littekenweefsel
  • smooth down = platmaken
  • specify = details geven / toelichten
  • straight = steil
  • tip = puntje
  • yell = schreeuwen
  • afford = kunnen betalen / zich veroorloven
  • bucket = emmer
  • cloth = doek
  • debris = puin
  • dust = stof
  • fortunately = gelukkig
  • paper = behangen
  • redecorate = schilderen en behangen / schilderen of behangen
  • remain = blijven
  • space = ruimte
  • swing = zwaaien / rondzwaaien
  • wire = draad