Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • attack = aanvallen
  • can of soda = blikje frisdrank
  • closed for repairs = gesloten wegens reparatiewerkzaamheden
  • emergency button = noodknop
  • emergency exit = nooduitgang
  • escort = begeleiden
  • guard = beveiliger
  • janitor = huismeester / conciërge
  • lose face = voor gek staan
  • notice = mededeling / bericht
  • properly = goed / zorgvuldig
  • rob = beroven / overvallen
  • rush = rennen / zich haasten
  • scream your head off = keihard schreeuwen
  • temporarily out of service = tijdelijk buiten gebruik
  • argument = ruzie
  • award = prijs
  • celebrity = beroemdheid
  • contestant = deelnemer aan een wedstrijd
  • in the lead = aan de leiding
  • jackass = ezel
  • judge = jurylid
  • move on = verder gaan / doorgaan
  • outraged = woedend / ziedend
  • quote = citaat
  • rude behaviour = ongemanierd gedrag
  • supportive = ondersteunend
  • vote off = wegstemmen
  • appearance = uiterlijk / verschijning
  • editor = redacteur
  • familiarize with = zich vertrouwd maken met
  • get a message across = boodschap overbrengen
  • in store = in petto
  • linger = doorgaan / blijven hangen
  • outline = samenvatting
  • patch of rain = regenbui
  • rehearse = oefenen
  • serve dinner = eten opdienen
  • sunny spell = opklaring
  • according to plan = volgens plan
  • attempt = poging
  • control yourself = zich beheersen
  • cross = kwaad
  • crossing = oversteekplaats
  • despite = ondanks
  • exchange = uitwisseling
  • locals / the locals = plaatselijke bewoners
  • marriage certificate = huwelijksakte
  • nasty surprise = vervelende verrassing
  • squirrel = eekhoorn
  • unbearable = onuitstaanbaar
  • whether = of