Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • pick = plukken
  • edible = eetbaar
  • germs = bacteriën
  • texture = structuur
  • bare = bloot
  • go to the seaside = naar het strand gaan
  • current = stroming
  • sunscreen = zonnebrandmiddel
  • polluted = verontreinind
  • lifeguard = strandwacht
  • gasoline / petrol = benzine
  • blow = waaien
  • puddle = plas / plas water
  • take for granted = denken dat iets gewoon is of altijd zo zal zijn / denken dat iets gewoon in / denken dat iets altijd zo zal zijn / als vanzelfsprekend zien
  • be faced with = geconfronteerd worden met
  • regarding = aangaande / betreffende
  • flammable = brandbaar
  • breathlessness = ademnood
  • collapse = instorten / omvallen / flauwvallen
  • audible = hoorbaar
  • hangover = kater (na te veel drinken) / kater
  • reliable = betrouwbaar
  • guinea pig = proefkonijn
  • deduce = afleiden / concluderen
  • viewpoint = uitzichtspunt / gezichtspunt
  • access = verkrijgen (informatie) / informatie verkrijgen / verkrijgen
  • visual = visueel / betreffende het zicht
  • cue = aanwijzing / hint
  • beyond = verder dan
  • dot = punt
  • optical = optisch / betreffende het zicht of licht
  • as it were = om het zo maar te zeggen
  • goblet = bokaal
  • stale = oudbakken
  • survey = onderzoek / enquête / ondervragen / enquête doen / enquêteren / enquête uitvoeren
  • horrified = geschokt
  • shed light on = licht werpen op / uitleggen
  • leave alone = met rust laten
  • trigger = iets laten gebeuren / stimuleren / veroorzaken
  • suffer withdrawal from = afkicken van / stoppen met
  • encounter = tegenkomen
  • picky = kieskeurig / kieskeurige
  • dominate = beheersen
  • appreciation = waardering
  • be down to = neerkomen op / aankomen op
  • cinnamon = kaneel
  • flour = bloem
  • defence = verdediging
  • taste bud = smaakpapil
  • savoury = hartig
  • acid = zuur
  • age = ouder worden
  • acquired taste = smaak die je hebt leren waarderen
  • convenience = gemak
  • grasshopper = sprinkhaan
  • findings = resultaten
  • concerned = bezorgd
  • construction = bouw
  • duration = duur / lengte
  • rule of thumb = vuistregel
  • tough = sterk / hard / stoer
  • tender = gevoelig / zacht / teder
  • disapproval = afkeuring
  • on vibrate = op de trilstand
  • urgent = dringend
  • cross = boos
  • distract = afleiden
  • limit to = beperken tot
  • surely = zeker
  • army = leger