IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
Malmberg
Realtime
3h
3h-H3-EN
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
pick
=
plukken
edible
=
eetbaar
germs
=
bacteriën
texture
=
structuur
bare
=
bloot
go to the seaside
=
naar het strand gaan
current
=
stroming
sunscreen
=
zonnebrandmiddel
polluted
=
verontreinind
lifeguard
=
strandwacht
gasoline / petrol
=
benzine
blow
=
waaien
puddle
=
plas / plas water
take for granted
=
denken dat iets gewoon is of altijd zo zal zijn / denken dat iets gewoon in / denken dat iets altijd zo zal zijn / als vanzelfsprekend zien
be faced with
=
geconfronteerd worden met
regarding
=
aangaande / betreffende
flammable
=
brandbaar
breathlessness
=
ademnood
collapse
=
instorten / omvallen / flauwvallen
audible
=
hoorbaar
hangover
=
kater (na te veel drinken) / kater
reliable
=
betrouwbaar
guinea pig
=
proefkonijn
deduce
=
afleiden / concluderen
viewpoint
=
uitzichtspunt / gezichtspunt
access
=
verkrijgen (informatie) / informatie verkrijgen / verkrijgen
visual
=
visueel / betreffende het zicht
cue
=
aanwijzing / hint
beyond
=
verder dan
dot
=
punt
optical
=
optisch / betreffende het zicht of licht
as it were
=
om het zo maar te zeggen
goblet
=
bokaal
stale
=
oudbakken
survey
=
onderzoek / enquête / ondervragen / enquête doen / enquêteren / enquête uitvoeren
horrified
=
geschokt
shed light on
=
licht werpen op / uitleggen
leave alone
=
met rust laten
trigger
=
iets laten gebeuren / stimuleren / veroorzaken
suffer withdrawal from
=
afkicken van / stoppen met
encounter
=
tegenkomen
picky
=
kieskeurig / kieskeurige
dominate
=
beheersen
appreciation
=
waardering
be down to
=
neerkomen op / aankomen op
cinnamon
=
kaneel
flour
=
bloem
defence
=
verdediging
taste bud
=
smaakpapil
savoury
=
hartig
acid
=
zuur
age
=
ouder worden
acquired taste
=
smaak die je hebt leren waarderen
convenience
=
gemak
grasshopper
=
sprinkhaan
findings
=
resultaten
concerned
=
bezorgd
construction
=
bouw
duration
=
duur / lengte
rule of thumb
=
vuistregel
tough
=
sterk / hard / stoer
tender
=
gevoelig / zacht / teder
disapproval
=
afkeuring
on vibrate
=
op de trilstand
urgent
=
dringend
cross
=
boos
distract
=
afleiden
limit to
=
beperken tot
surely
=
zeker
army
=
leger