IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
Malmberg
Realtime
3h
3h-H5-EN
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
coming-of-age
=
meerderjarig worden
sacrifice
=
offer
abstain from
=
zich onthouden van
revival
=
herstel / opleving
pagan
=
heidens / heidense
ginger
=
gember
empty handed
=
met lege handen
a touch of heat
=
een tikje scherpte
mucky
=
vies
pre-nuptial
=
vóór het huwelijk
gunk
=
smurrie / smeerboel
firth
=
zeearm (Schots) / zeearm
unceremoniously
=
zonder pardon
dram
=
borrel (Schots) / borrel
corruption
=
verbastering
faerie folk
=
elfenvolk
cause mischief
=
onheil veroorzaken
state of mind
=
gemoedstoestand
mentally
=
geestelijk
line up
=
op een rij zetten
feel trapped
=
je gevangen voelen
widespread
=
veelvoorkomend
sip
=
slok
in hindsight
=
achteraf
cause and effect
=
oorzaak en gevolg
attribute to
=
toekennen aan / toeschrijven aan
obsessive compulsive disorder
=
dwangneurose / obsessieve stoornis
odd
=
oneven
threadbare
=
versleten / kaal / kale
shin pads
=
scheenbeschermers
innings
=
slagbeurt (honkbal) / slagbeurt
tie laces
=
veters strikken
friendly
=
vriendschappelijk / vriendschappelijke
commemorate
=
herdenken
display of
=
uiting van
recur
=
terugkomen / zich herhalen
pervade
=
doordringen
bonding
=
een band krijgen
soothe
=
kalmeren
posture
=
lichaamshouding
discipline
=
beheersen / leren gehoorzamen
in tune with
=
in overeenstemming met
conductor
=
dirigent
take a bow
=
buigen
baton
=
dirigeerstokje
peculiar
=
vreemd
riot
=
opstand
take advantage of
=
gebruikmaken van
festive
=
feestelijk / feestelijke
rite of passage
=
overgangsrite
complete
=
volbrengen
have in common
=
met elkaar gemeen hebben / gemeen hebben
transition
=
overgang
cross-cultural
=
intercultureel
cattle
=
vee
adolescence
=
adolescentie / puberteit
territory
=
grondgebied / woongebied
chisel
=
beitelen
file
=
vijlen
wobbly
=
wankel
vine
=
liaan
miscalculation
=
misrekening
crop
=
gewas
appointed time
=
vooraf vastgestelde tijd / vooraf afgesproken tijd
manhood
=
volwassenheid als man
weed out
=
uitdunnen