Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Engels Nederlands
  • invite = uitnodigen
  • successful = succesvol
  • run = leiden (een bedrijf)
  • cover = hoes
  • set up = opzetten
  • enter = naar binnen gaan / betreden
  • unique = bijzonder / uniek
  • personality = persoonlijkheid
  • illustrate = laten zien
  • express = uiten
  • appeal to = aantrekken
  • worldwide = over de hele wereld
  • do well = het goed doen / goede zaken doen
  • inspiring = inspirerend
  • individual = individueel
  • offer = aanbieding
  • opportunity = gelegenheid
  • return = terugsturen
  • reply envelope = antwoordenvelop
  • valuable = waardevol
  • find out = uitzoeken
  • perfectly OK = helemaal in orde
  • situation = situatie
  • a bit = een beetje
  • pressure = druk
  • suburb = buitenwijk
  • type = soort
  • large = groot
  • during = tijdens
  • environment = milieu
  • keep records = verslagen maken
  • operate = bedienen (van machines)
  • perform = uitvoeren
  • imagination = verbeelding
  • technology = techniek
  • care for = verzorgen
  • mall = winkelcentrum
  • be in charge = de leiding hebben
  • display = etalagemateriaal
  • persuade = overtuigen
  • curious = nieuwsgierig
  • outgoing = heel open
  • stressed = gespannen
  • well-spoken = beleefd
  • smell = geur
  • laboratory = laboratorium
  • job interview = sollicitatiegesprek
  • directions = routebeschrijving
  • city centre = stadscentrum
  • options = mogelijkheden
  • direct = rechtstreeks
  • direction = richting
  • recommend = aanbevelen
  • compared to = vergeleken met
  • main road = hoofdweg
  • look something up = (iets) opzoeken