IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Engels
Malmberg
Taalblokken Engels
A1 Werkboek en Online
TBEN-A1-H1-04 Writing
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Engels
Nederlands
also
=
ook
at eight o’clock
=
om acht uur
at half past two
=
om half drie
beautiful
=
mooi
because
=
omdat
can
=
kunnen
Christmas
=
Kerst
cloudy
=
bewolkt
congratulations
=
gefeliciteerd
dear
=
geachte
Dutch
=
Nederlands
England
=
Engeland
English
=
Engels
every weekend
=
ieder weekend
father’s job
=
beroep vader
female
=
vrouwelijk
first name
=
voornaam
for
=
voor
from
=
van
from 6 to 7 May
=
van 6 tot 7 mei
German
=
Duits
Germany
=
Duitsland
Get well soon!
=
Beterschap!
great
=
goed / geweldig
happy
=
gelukkig
hot
=
warm
lots of
=
veel
love
=
liefs
male
=
mannelijk
May
=
mei
mother’s age
=
leeftijd moeder
new
=
nieuw
New Year
=
Nieuwjaar
next
=
volgend
next week
=
volgende week
nice
=
leuk
o'clock
=
uur
of course
=
natuurlijk
often
=
vaak
on Friday
=
op vrijdag
please
=
alsjeblieft
rainy
=
regenachtig
really nice
=
echt leuk
See you soon!
=
Tot gauw!
See you then!
=
Tot dan!
See you tomorrow!
=
Tot morgen!
soon
=
snel
sunny
=
zonnig
thanks
=
bedankt
the address
=
het adres
the adjective
=
het bijvoeglijke naamwoord
the age
=
de leeftijd
the beach
=
het strand
the birthday
=
de verjaardag
the boyfriend
=
het vriendje
the ceremony
=
de ceremonie
the city
=
de plaats
the class
=
de les
the country
=
het land
the date
=
de datum
the day
=
de dag
the driver
=
de chauffeur
the email address
=
het e-mailadres
the first name
=
de voornaam
the form
=
het formulier
the hobbies
=
de hobby's
the holiday
=
de vakantie
the home
=
thuis
the invitation
=
de uitnodiging
the job
=
het beroep
the language
=
de taal
the mechanic
=
de monteur
the mobile number
=
het mobiele nummer
the month
=
de maand
the nationality
=
de nationaliteit
the Netherlands
=
Nederland
the party
=
het feest
the personal details
=
de persoonlijke gegevens
the phone number
=
het telefoonnummer
the postcode
=
de postcode
the present
=
het cadeau
the question
=
de vraag
the street
=
de straat
the surname
=
de achternaam
the teacher
=
de docent
the town
=
de stad
the training
=
de opleiding
the weather
=
het weer
the wedding
=
de bruiloft
then
=
dan
to come
=
komen
to cook
=
koken
to do
=
doen
to fill in
=
invullen
to get married
=
gaan trouwen
to help
=
helpen
to invite
=
uitnodigen
to look for
=
op zoek zijn naar
to love
=
houden van
to meet
=
ontmoeten
to miss
=
missen
to need
=
nodig hebben
to send
=
versturen
to speak
=
spreken
to start
=
beginnen
to study
=
studeren
to watch
=
kijken
to wish / wishes
=
wensen
to work
=
werken
today
=
vandaag
tomorrow
=
morgen
very
=
heel
very hot
=
heel warm
well
=
goed
when
=
wanneer
windy
=
winderig
Yours sincerely,
=
Met vriendelijke groet,