Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Frans Nederlands
  • recommander = aanbevelen
  • au bord de la mer = aan zee
  • faïence, la = aardewerk
  • conseiller, le = adviseur
  • dégressif = afnemend
  • avoir horreur de = afschuwelijk vinden
  • station balnéaire, une = badplaats, een
  • baignoire, la = bad, het
  • fiabilité, la = betrouwbaarheid, de
  • dense = compact
  • passer = doorbrengen
  • à proximité = dichtbij / vlakbij
  • néanmoins = echter
  • île, une = eiland, een
  • efficace = effectief
  • bouchon, le = file, de
  • dépliant, le = folder, de
  • convivialité, la = gezelligheid, de
  • guide, le = gids, de
  • frontière, la = grens, de
  • verdoyant = groen
  • détester = hekel hebben aan, een
  • chaleur, la = hitte, de
  • sillonner = doordringen
  • aimer = houden van
  • des renseignements = informatie
  • emplacement, un = kampeerplek, een
  • pouvoir = kunnen
  • plutôt = liever
  • vedette, la = motorboot, de
  • noctambule, le = nachtbraker, de
  • impensable = ondenkbaar
  • inattendu = onverwacht
  • traverser = oversteken
  • frais de réservation = reserveringskosten
  • ramer, faire de l’aviron = roeien
  • tranquillité, la = rust, de
  • rouler = rijden
  • l’ombre = schaduw, de
  • l’ambiance = sfeer, de
  • situation, la = situatie, de
  • l’heure de pointe = spitsuur, het
  • ruelle, la = straatje, het
  • face à = tegenover
  • accès à = toegang tot
  • supplément, le = toeslag, de
  • dédier = toewijden
  • séjourner = verblijven
  • quitter = verlaten
  • éviter = vermijden
  • surprise, la = verrassing, de
  • randonnée, la = de wandeling, de
  • vouloir = willen
  • sécurité, la = zekerheid, de