IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Frans
ThiemeMeulenhoff
Carte Orange
3 havo-vwo
3 hv - Unité 7
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Frans
Nederlands
la rampe
=
de helling / de trapleuning
la façade
=
de gevel
s’enthousiasmer
=
enthousiast worden
urbain
=
stedelijk
la surface
=
het oppervlak
la sécurité
=
de veiligheid
le matelas
=
de matras
adoucir
=
verzachten
la chute
=
de val
poser
=
neerzetten / neerleggen
la craie
=
het krijtje
tracer
=
tekenen / afbakenen
l’adepte
=
de aanhanger
flotter
=
zweven / drijven
se défouler
=
zich uitleven / zich afreageren
fou
=
gek (m) / dwaas (m)
folle
=
gek (v) / dwaas (v)
prédire
=
voorspellen
se lever
=
opstaan
se coucher
=
naar bed gaan
sceptique
=
sceptisch
malgré
=
ondanks
l’encouragement
=
de aanmoediging
acharné
=
verwoed / verbeten
s’habiller
=
zich aankleden
se brosser les dents
=
je tanden poetsen
se peigner
=
je haar kammen
se maquiller
=
zich opmaken
se dépêcher
=
zich haasten
la combinaison
=
de combinatie
le chant
=
de zang
s’intéresser à
=
zich interesseren voor
vécu
=
geleefd / gewoond
vivre
=
leven / wonen
pratiquer
=
beoefenen
le progrès
=
de vordering / de vooruitgang
pratiquement
=
vrijwel
le costume
=
het kostuum
le réalisateur
=
de regisseur
le membre
=
het lid
être doué
=
talent hebben
de justesse
=
op het nippertje
l’équipe adverse
=
de tegenpartij / de tegenstanders
grimper
=
klimmen
dépendre de
=
afhangen van
la blessure
=
de blessure
à l’avance
=
van tevoren
la détente
=
de ontspanning
la chaleur
=
de warmte
de bonne heure
=
vroeg
faire du patin à glace
=
schaatsen
faire du cerf-volant
=
vliegeren
jouer de la batterie
=
drummen
pêcher
=
vissen
jouer aux cartes
=
kaarten / kaartspelen
faire la grasse matinée
=
uitslapen