Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Frans Nederlands
  • arrêter = arresteren
  • voyager = reizen
  • avoir le droit = het recht hebben
  • le sans-abri = de dakloze
  • le voyageur = de reiziger
  • donner sa chance = de kans geven
  • être pressé = gehaast zijn
  • sélectionner = selecteren
  • le malfaiteur = de boef
  • le pickpocket = de zakkenroller
  • s’installer = gaan staan / gaan zitten
  • le banlieusard = de forens
  • déçu = teleurgesteld
  • célèbre = beroemd / bekend
  • se rendre à = gaan naar
  • la plainte = de klacht
  • manquer d’expérience = gebrek aan ervaring hebben
  • attraper = pakken
  • juste = eerlijk
  • l’arrêt de bus = de bushalte
  • le ticket de métro = het metrokaartje
  • le quai = het perron
  • changer à = overstappen op
  • la gare = het treinstation / het station
  • le billet de train / le billet d’avion = het treinkaartje / het vliegticket
  • la station de métro = het metrostation
  • la correspondance = de aansluiting