IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Frans
De Uitgeversgroep
FRA 0 op A1-niveau/ FRA A1
A1 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
FRA 0, hoofdstuk 4
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Frans
Nederlands
ici …
=
u spreekt met …(1)
vous parlez à …
=
u spreekt met …(2)
à l’appareil
=
u spreekt met …(3)
madame/monsieur …
=
mevrouw / meneer
demander une communication vers …
=
een telefoongesprek aanvragen
Quel est le numéro?
=
welk nummer?
quel est votre numéro?
=
hoe is uw nummer?
je vous rappelle tout de suite
=
ik bel u zo terug
Le numéro est occupé
=
het nummer is bezet
pouvez-vous réaliser une communication vers la belgique?
=
kunt u een gesprek naar belgie aanvragen?
vers la Suisse
=
naar Zwitserland
vers la hollande
=
naar Nederland
votre communication de l’Allemagne
=
uw gesprek uit Duitsland
je vous passe
=
ik verbind u door
Ne quittez pas /restez en ligne
=
blijft u aan de telefoon
je regrette
=
het spijt me
hélas
=
helaas
malheureusement
=
sorry
cela ne répond pas
=
er wordt niet opgenomen
dommage / hélas
=
jammer
voulez-vous rappeler plus tard, s’il vous plaît?
=
probeert u straks nog eens aub
je peux vous aider?
=
waarmee kan ik u helpen? (1)
Que puis-je faire pour vous?
=
waarmee kan ik u helpen? (2)
je voudrais parler à monsieur brun
=
ik wil meneer brun spreken
je n’ai pas bien entendu le nom
=
ik heb de naam niet goed verstaan
pouvez-vous épeler le nom?
=
kunt u de naam spellen?
un moment
=
een ogenblik, aub(1)
un instant s’il vous plaît
=
een ogenblik, aub(2)
d’accord
=
in orde, oke
le touropérateur
=
de touroperator
l’agence de voyages
=
het reisbureau
en ce moment
=
op het moment
la semaine prochaine
=
de volgende week
toute la journée
=
de hele dag
quel jour?
=
op welke dag?
puis-je prendre le message?
=
kan ik de boodschap aannemen?
vous pouvez me joindre entre dix heures et midi?
=
kunt u me doorverbinden tussen 10 en 12 uur?
au revoir
=
tot ziens (aan de telefoon)
répondre
=
antwoorden
occupé
=
bezet
le message
=
boodschap, de
passer
=
doorverbinden
la communication
=
gesprek, het
aider
=
helpen
Anna à l’appareil
=
hier is/hier spreekt Anna
être en réunion
=
in vergadering zitten
plus tard
=
later
à l’étranger
=
naar het buitenland
encore une fois
=
nog een keer
composer un numéro
=
nummer draaien, een
essayer
=
proberen
réaliser
=
realiseren
tout à l’heure
=
straks/zo
rappeler
=
terugbellen
aujourd’hui
=
vandaag
suivant
=
volgend
tout de suite
=
zo meteen
le plus vite possible
=
zo snel mogelijk