Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Frans Nederlands
  • dépêche-toi = haast je
  • changer = overstappen
  • descendre = uitstappen, naar beneden gaan
  • de rien = geen dank
  • bonne journée = fijne dag
  • le billet = het kaartje
  • la carte bancaire = de bankpas
  • vite = snel
  • monter = instappen, naar boven gaan
  • la ligne = de lijn
  • la destination = de bestemming
  • bonne idée = goed idee
  • entrer = binnengaan
  • le plan = de plattegrond
  • direct = rechtstreeks
  • payer = betalen