Intertaal Voyages - nieuw deel 2

Woordenlijsten Voyages - nieuw deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van Voyages - nieuw van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Frans Nederlands
  • le patient = de patiënt
  • la patiente = de patiënt
  • avoir mal à la tête = hoofdpijn hebben
  • le mal = de pijn / de kwaal
  • la douleur = de pijn / het leed
  • vomir = overgeven
  • avoir la grippe = griep hebben
  • avoir de la fièvre = koorts hebben
  • l'allergie = de allergie
  • le symptôme = het symptoom
  • la maladie = de ziekte
  • asseyez-vous = gaat u zitten
  • s'asseoir = gaan zitten
  • Qu'est-ce qui ne va pas ? = Wat gaat er niet?
  • se sentir = zich voelen
  • avoir mal au cœur = misselijk zijn
  • le thermomètre = de thermometer
  • certainement = zeker
  • prendre la tension = de bloeddruk meten
  • malade = ziek
  • la crise de foie = de indigestie / de kater
  • grave = ernstig
  • s'endormir = in slaap vallen
  • justement = precies
  • dangereux = gevaarlijk
  • dangereuse = gevaarlijk
  • la chaleur = de hitte
  • l'insolation = de zonnesteek
  • l'aspirine = de aspirine
  • en tout cas = in ieder geval
  • le chapeau chapeaux = de hoed
  • sourire = glimlachen
  • avoir raison = gelijk hebben
  • la gorge = de keel
  • l'estomac = de maag
  • la dent = de tand / de kies
  • la crampe = de kramp
  • la diarrhée = de diarree
  • le rhume = de verkoudheid
  • l'accident = het ongeluk