- Frans Nederlands
- Je t'invite à une partie de paintball. = Ik nodig je uit voor een partijtje paintball.
- Merci de confirmer avant le 8 juillet. = Graag voor 8 juli bevestigen.
- Il faut mettre des baskets. = Je moet sportschoenen aantrekken.
- Désolé, je ne peux pas venir car j'ai un autre rendez-vous. = Sorry, ik kan niet komen want ik heb al een andere afspraak.
- Je peux emprunter de l'argent ? = Kan ik geld lenen?
- J'espère venir à ton anniversaire. = Ik hoop op je verjaardag te komen.
- Je ne sais pas encore quand je pourrai te contacter. = Ik weet nog niet wanneer ik contact met je kan opnemen.
- Je passe t'apporter ton cadeau samedi soir. = Ik kom zaterdagavond langs om je cadeau te brengen.
- Tu peux compter sur nous. = Je kunt op ons rekenen.
- Elle est invitée à une fête de fin d'année. = Ze wordt uitgenodigd voor een eindejaarsfeest.