Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Frans Nederlands
  • le radis = het radijsje
  • la carotte = de wortel
  • le thon = de tonijn
  • la sauce tomate = de tomatensaus
  • le brocoli = de broccoli
  • le plat du jour = de dagschotel
  • le poisson = de vis
  • trop cuit = te gaar
  • il me reste seulement = ik heb alleen nog maar
  • le jour de congé = de vrije dag
  • c'est noté = het is genoteerd
  • plein = vol
  • oublier = vergeten
  • saignant = rood
  • un poulet rôti = een gegrilde kip
  • les haricots verts = de sperziebonen
  • le plateau de fromage = het kaasplateau
  • la crème brûlée = Frans warm nagerecht
  • une tarte Tatin = een Franse appeltaart
  • nombreux = talrijk
  • le cuisinier = de kok
  • tu as lu = je hebt gelezen
  • le métier = het vak
  • un chausson aux pommes = een appelbroodje
  • une tarte au fromage = een taartje met kaas
  • le pâtissier = de banketbakker
  • un gourmand = een lekkerbek
  • le couteau = het mes
  • la crème au caramel = Frans toetje met caramelsmaak
  • il a terminé = hij is klaar
  • ces voyageurs = die reizigers
  • content = tevreden
  • commander = bestellen