Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Frans Nederlands
  • au bout de = aan het eind van
  • le rond-point = de rotonde
  • prendre une rue = een weg inslaan
  • une fois à la Seine = eenmaal bij de Seine
  • le carrefour = het kruispunt
  • la place = het plein
  • le feu = het stoplicht
  • la zone piétonne = het voetgangersgebied
  • en fait = in feite
  • de toute façon = in ieder geval
  • croiser = kruisen
  • longer = langsgaan
  • au coin de = op de hoek van
  • traverser = oversteken
  • aller tout droit / continuer tout droit = rechtdoor gaan
  • tourner à gauche = links afslaan
  • tourner à droite = rechts afslaan
  • plusieurs = verschillende
  • certainement = zeker
  • c’est ça = zo is het
  • pendant bien 15 minutes = zo’n dikke 15 minuten
  • sympathique / sympa = aardig
  • si = als
  • connu = bekend
  • le meilleur / la meilleure = beste
  • étranger = buitenlands
  • les grands-parents = de grootouders
  • le mètre carré = de vierkante meter
  • cher = duur
  • plutôt = eerder
  • la petite amie = het vriendinnetje
  • soit … soit = hetzij … hetzij
  • historique = historisch
  • combien de temps ? = hoe lang?
  • haut = hoog
  • dans ce cas = in dat geval
  • en effet = inderdaad
  • intéressant = interessant
  • petit = klein
  • grand = groot
  • long = lang
  • la plupart du temps = meestal
  • les Pays-Bas = Nederland
  • toujours = nog steeds
  • parmi = onder / tussen
  • ancien / vieux = oud
  • depuis = sindsdien
  • spécial = speciaal
  • lors de = tijdens
  • surtout = vooral
  • en semaine = doordeweeks
  • j’en ai entendu parler = ik heb erover gehoord
  • pendant le week-end = in het weekend
  • se mettre au skate-board = met skateboarden beginnen
  • pour s’amuser = voor je plezier
  • croyez à mes sentiments les meilleurs = hoogachtend
  • j’ai l’intention de = ik ben van plan om
  • je prends la liberté de vous écrire = ik ben zo vrij u te schrijven
  • j’aimerais participer au concours = ik wil graag aan de wedstrijd meedoen
  • j’aimerais assister au concert = ik wil graag het concert bijwonen
  • je voudrais vous demander ce qui suit = ik wil u het volgende vragen
  • j’aimerais recevoir des brochures = ik zou graag folders willen ontvangen
  • serait-il possible de m’envoyer …? = is het mogelijk mij … te sturen?
  • pourriez-vous m’envoyer …? = kunt u mij … toesturen?
  • mes meilleures salutations = met vriendelijke groeten