Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Frans Nederlands
  • Qu’est-ce que tu aimes? = Waar houd je van?
  • Qu’est-ce que vous aimez? = Waar houden jullie van? / Waar houdt u van?
  • Qu’est-ce qu’ils aiment? = Waar houden zij van?
  • J’aime le sport = Ik houd van sport.
  • J'aime le foot, le rugby, le tennis. = Ik houd van voetbal, rugby, tennis.
  • J'aime le basket. = Ik houd van basketbal.
  • J'aime le dessin, le théâtre. = Ik houd van tekenen, toneel.
  • J'aime les matchs de tennis. = Ik houd van tenniswedstrijden.
  • J'aime les jeux vidéo. = Ik houd van videospelletjes.
  • Tu aimes la musique pop? = Houd je van popmuziek?
  • Vous aimez la natation? = Houden jullie van zwemmen?
  • Oui, j’aime la musique pop. = Ja, ik houd van popmuziek.
  • Oui, nous aimons la natation. = Ja, wij houden van zwemmen.
  • Je déteste le foot. = Ik heb een hekel aan voetbal.
  • J’aime la danse. = Ik houd van dansen.
  • Moi, je préfère le rugby. = Ik heb liever rugby.