IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Frans
Malmberg
D'accord3
2vmbo-gth
2vmbo-gth-H4-FN
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Frans
Nederlands
la ville natale
=
de geboortestad
le décès
=
het overlijden
l’association
=
de vereniging
avoir mal au coeur
=
misselijk zijn
une radio
=
een röntgenfoto
aïe!
=
au!
le lendemain
=
de volgende dag
passer
=
draaien
souffrir de
=
lijden aan
la sono
=
de geluidsinstallatie
siffler
=
suizen
s’allonger
=
languit gaan liggen
élevé
=
hoog
tirer la langue
=
je tong uitsteken
ça ressemble à
=
dat lijkt op
peser
=
wegen
envoyer
=
sturen
guérir
=
genezen
le nez qui coule
=
de loopneus
la goutte
=
de druppel
la douleur
=
de pijn
en cas de
=
in geval van
le mode d’administration
=
de wijze van toediening
chercher
=
zoeken
une chute
=
een val
le kiné / le kinésithérapeute
=
de fysiotherapeut
l’épaule
=
de schouder
un blessé
=
een gewonde (m)
une blessée
=
een gewonde (v)
revenir
=
terugkomen
un sparadrap
=
een pleister
la toux
=
de hoest
de mal en pis
=
van kwaad tot erger
se sentir
=
zich voelen
enrhumé
=
verkouden
pleuvoir
=
regenen
mouillé jusqu’aux os
=
doornat
l’infirmière
=
de verpleegster
respirer
=
in- en uitademen
faire l’affaire
=
voldoende zijn