IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Italiaans
Prisma - Italiaans voor zelfstudie - 1
Hoofdstuk 10 - Les 10
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Italiaans
Nederlands
lontano
=
ver
il traffico
=
het verkeer
proprio no
=
echt niet
ultimo
=
laatste
la volta
=
de keer
l’idea
=
het idée
che idea!
=
wat een idee!
spiritoso!
=
grapjas!
dai!
=
kom op!
speciale
=
speciaal
ascoltare
=
luisteren
l’esperimento
=
het experiment
la lettera
=
de brief
Caro Marcello
=
Beste Marcello
la Vespa
=
de Vespa (een Italiaanse scooter)
la bicicletta
=
de fiets
subito
=
meteen
a presto!
=
tot gauw!
la risposta
=
het antwoord
fantastico
=
fantastisch
la vita
=
het leven
il sogno
=
de droom
girare
=
hier: rondtrekken
innamorato
=
verliefd
il consolato
=
het consulaat
regolare
=
regelen
felice
=
gelukkig
siamo in cinque
=
we zijn met z’n vijven
la camera doppia / la doppia
=
de tweepersoonskamer met twee bedden
la matrimoniale
=
de kamer met een tweepersoonsbed
mettere
=
plaatsen
terzo
=
derde
il letto
=
het bed
la doccia
=
de douche
il corridoio
=
de gang
fare storie
=
zeuren
avere voglia di
=
zin hebben in / om te
cercare
=
zoeken
a quest’ora
=
op dit uur, om deze tijd
funzionare
=
het doen, functioneren
la doccia non funziona
=
de douche doet het niet
l’acqua
=
het water
il rubinetto
=
de waterkraan
il lavandino
=
de wastafel
gocciolare
=
druppelen
la televisione
=
de televisie