Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Italiaans Nederlands
  • lo sportello = het loket
  • il biglietto di andata e ritorno = het retourtje
  • il centesimo = de cent
  • essere in ritardo = te laat zijn
  • il binario = het spoor, het perron
  • attenzione! = attentie!
  • essere in partenza = op het punt van vertrek staan
  • la partenza = het vertrek
  • cambiare = overstappen; veranderen
  • la coincidenza = de aansluiting
  • il vestito = het kledingstuk; de jurk; het pak
  • il commesso = de verkoper
  • la giacca = het colbert, jasje
  • provare = hier: passen
  • la cabina = de cabine, het kleedhokje
  • la taglia = de kledingmaat
  • scuro = donker
  • chiaro = licht
  • bianco = wit
  • ci penso = ik denk er nog (even) over na
  • i pantaloni (altijd meerv.) = de broek
  • portare = dragen
  • largo = ruim
  • giusto = juist
  • tenere = houden
  • il maglione = de trui
  • carino = hier: leuk
  • stretto = strak
  • fare cambio = ruilen
  • al mercato = op de markt
  • dolce = zoet
  • l’arancia = de sinaasappel
  • assaggiare = proeven
  • il mandarino = de mandarijn
  • mi dia = geeft u mij
  • ecco a Lei = alstublieft
  • un chilo di mandarini = een kilo mandarijnen
  • due chili = twee kilo
  • un chilo e mezzo = anderhalve kilo
  • altro? = anders nog iets?
  • dare il resto = wisselen
  • in macelleria = bij de slagerij
  • la macelleria = de slagerij
  • il macellaio = de slager
  • a chi tocca? = wie is er aan de beurt?
  • tocca a me = ik ben aan de beurt
  • c’ero prima io = ik was eerst
  • è sicuro? = weet u het zeker?
  • entrare = binnenkomen
  • vorrei = ik wil graag
  • un etto di manzo = een ons rundvlees
  • due etti = twee ons
  • la carne = het vlees
  • la carne tritata = het gehakt
  • il manzo = het rundvlees
  • il maiale = het varkensvlees
  • misto = gemengd
  • è finito (-a) = het is op
  • un etto e mezzo = anderhalf ons
  • mischiare = mengen
  • la tabaccheria = de sigarenwinkel
  • la busta = de envelop
  • la carta da lettere = het briefpapier
  • il francobollo = de postzegel