IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Latijn
Eisma
Cicero 2021 Basiswoorden
Blok 27 (Hfdst. 8, 2a en 2b)
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Latijn
Nederlands
optimus
=
zeer goed / best
quare
=
waarom? / daarom / om die reden
cur?
=
waarom?
committo (committĕre) / commisi / commissus
=
aangaan (proelium) / begaan (scelus) / (+ dat.) toevertrouwen
placeo + dat.
=
bevallen / in de smaak vallen
placet mihi
=
ik ben het ermee eens / ik vind het goed / ik besluit
praetereo (praeterire) / praeterii
=
voorbijgaan / overslaan / onvermeld laten
necesse est
=
het is nodig / het is noodzakelijk
caelum
=
hemel
terra
=
aarde / grond / land
mare (mv. maria)
=
zee
rego (regĕre) / regi
=
leiden / besturen / regeren / besturen
ventus
=
wind
vehemens / vehementis
=
krachtig / hevig / sterk
tempestas / tempestatis
=
tijd / weer / storm
nimius
=
te veel / te groot
frigus / frigoris
=
kou
noceo / nocui + dat.
=
schaden
deleo / delevi / deletus
=
vernietigen / verwoesten
perdo (perdĕre) / perdidi
=
te gronde richten / verliezen
lux / lucis
=
licht
fruor (frui) / fructus sum + abl.
=
genieten van
miror (mirari)
=
bewonderen / zich verwonderen
imperium
=
macht / gezag / rijk