Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Latijn Nederlands
  • quid? = wat? / waarom?
  • nobiscum = met ons (
  • invisus, -a, -um (+ dat.) = gehaat (aan / bij)
  • virgo, virginis (v) meisje, maagd = meisje / maagd
  • ludus = spel / school
  • adhuc = tot nu toe / nog
  • nox, noctis (v) = nacht
  • nondum = nog niet
  • rupi = perf. van rumpo (rumpĕre)
  • rumpo = (rumpĕre) breken / doorbreken
  • vox, vocis (v) = stem / woord
  • saevus, -a, -um = woest / wreed
  • etiam = ook / zelfs
  • clamor, clamoris (m) = geschreeuw / lawaai
  • tam = zo (zeer)
  • somnus = slaap
  • levis, -is, -e (levis) = licht
  • dimitto (dimittĕre) = wegsturen
  • pecunia = geld
  • taceo (tacēre) = zwijgen