Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Latijn Nederlands
  • vereor (verēri) = bang zijn / vrezen
  • vereor (verēri) ne + conj. = ik ben bang dat (na werkwoorden van vrezen betekent ne ‘dat')
  • ne + conj. = opdat niet / om te voorkomen dat / dat (na werkwoorden van vrezen)
  • dedo (dedĕre) = overgeven / uitleveren
  • accidi = perf. van accido (accidĕre)
  • accido (accidĕre) = gebeuren / overkomen
  • potestas, potestatis (v) = macht / mogelijkheid / gelegenheid
  • periculum = gevaar
  • avaritia = gierigheid
  • itaque = daarom
  • talis, -is , -e (talis) = zo'n / zodanig / zulk / volgend
  • consilium = plan / besluit / raad(geving) / advies
  • summus, -a, -um = grootste / hoogste
  • praesens, -ns, -ns (praesentis) = aanwezig
  • depono (deponĕre) = neerleggen / neerzetten / afleggen
  • simulo (simulare) = doen alsof / voorwenden
  • fortuna = lot / toeval / (on)geluk
  • credo (credĕre) + dat. = geloven / vertrouwen / toevertrouwen
  • error, erroris (m) = zwerftocht / vergissing / misvatting
  • induco (inducĕre) = brengen naar / ergens toe brengen / verleiden
  • statua = (stand)beeld
  • nescio (nescire) = niet weten
  • absens, -ns, -ns (absentis) = afwezig