IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Latijn
Eisma
Plinius 2022 basiswoorden
Blok 24 (Hfdst. 12, 5a/b/c/d)
Basiswoorden bij het CE Latijn 2022
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Latijn
Nederlands
dubito (dubitare)
=
aarzelen / (be)twijfelen
numquam
=
nooit
ideo (bijw.)
=
daarom
prosum (prodesse)
=
voordelig zijn / van nut zijn
fateor
=
bekennen / toegeven
crimen, criminis (onz.)
=
beschuldiging / aanklacht / misdaad / vergrijp
auctor, auctoris
=
initiatiefnemer / ontwerper / zegsman
adfero (adferre)
=
meebrengen / ergens heen brengen / overbrengen
vinum
=
wijn
desino (desinĕre)
=
ophouden
viginti (onverbuigbaar)
=
twintig
culpa
=
schuld
error, erroris
=
zwerftocht / vergissing / misvatting
convenio
=
samenkomen
carmen, carminis
=
lied / gedicht
quasi
=
zoals / alsof / als het ware
scelus, sceleris (onz.)
=
misdaad
committo (committĕre)
=
aangaan (proelium) / begaan (scelus) / (+ dat.) toevertrouwen
mos, moris (vrl.)
=
gewoonte / gebruik
mores (mv.)
=
karakter / levenswijze / gedrag
discedo (discedĕre)
=
uiteengaan / weggaan
veto (vetare)
=
verbieden
necessarius
=
noodzakelijk
consulo (consulĕre)
=
beraadslagen / (+ acc.) raadplegen / (+ dat.) zorgen voor
aetas, aetatis
=
tijd / leeftijd / leven
constat + A.c.I.
=
het staat vast dat
coepi (perf.) (coepisse)
=
ik ben begonnen / ik begon