IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Latijn
Ars legendi
Vici
Vici 01.02 1-50
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Latijn
Nederlands
velle
=
volo, willen
manere
=
maneo, 1. blijven 2. te wachten staan
iubere
=
iubeo, bevelen
statuere
=
statuo, beslissen
capere
=
capio, nemen, grijpen, veroveren
accipere
=
accipio, 1. vernemen 2. ontvangen
adficere
=
adficio, treffen
agere
=
ago, 1. drijven 2. doen, handelen 3. onderhandelen
cogere
=
cogo, 1. samenbrengen 2. dwingen
ire
=
eo, gaan
abire
=
abeo, weggaan
adire
=
adeo, gaan naar
redire
=
redeo, teruggaan, terugkeren
captivus
=
captiva, captivum, gevangen
timere
=
timeo, vrezen
timor
=
timoris, m., de vrees
mors
=
mortis, vr., de dood
clarus
=
clara, clarum, 1. helder 2. beroemd
dicere
=
dico, zeggen
magister
=
magistri, m., de leraar
iter
=
itineris, onz., de reis, de tocht
dies
=
diei, m. / vr., de dag
omnis
=
omnis, omne, alle
ille
=
illa, illud, die / dat ... (daar)
ipse
=
ipsa, ipsum, zelf
tempus
=
temporis, onz., de tijd
species
=
speciei, vr., 1. het uiterlijk 2. de schijn 3. de soort
dominus
=
domini, m., de meester
videre
=
video, zien
videri
=
videor, 1. schijnen 2. goed schijnen
cupere
=
cupio, verlangen
silentium
=
silentii, onz., de stilte
habere
=
habeo, 1. hebben 2. houden 3. beschouwen als
carmen
=
carminis, onz., 1. het lied 2. het gedicht
audire
=
audio, 1. horen 2. luisteren
versus
=
versus, m., het vers
laudare
=
laudo, prijzen
barbarus
=
barbara, barbarum, barbaars
is
=
ea, id, die / dat
tamen
=
toch, nochtans
post
=
1. na, achter 2. later
in
=
1. in 2. op / 1. tot in / tot op 2. naar
a / ab
=
+ abl., 1. van bij, (weg) van 2. door
apud
=
+ acc, bij
per
=
+ acc., 1. door, door … heen 2. gedurende
adhuc
=
bijwoord, 1. tot nu toe 2. nog (altijd)
ideo
=
bijwoord, daarom
saepe
=
bijwoord, dikwijls, vaak
ibi
=
bijwoord, daar
ubi?
=
bijwoord, waar?