Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Latijn Nederlands
  • per = over / door heen
  • per + acc.

    over / door heen

  • errare = (rond)zwerven / dwalen
  • explorare = onderzoeken / inspecteren
  • quattuor = vier
  • equus = paard
  • ecce = kijk
  • amica = vriendin
  • appropinquare = naderen
  • intrare = binnengaan / binnenkomen
  • legere = verzamelen
  • ridere = lachen
  • audire = horen
  • videre = zien
  • statim = meteen
  • amare = verliefd zijn (op) / beminnen
  • temptare = proberen
  • sed = maar
  • at / sed

    maar

  • eheu = ach / wee
  • in (+ acc.) = in / naar
  • exclamare = uitroepen
  • rapere / io = roven
  • audere = durven
  • enim = want / immers
  • timere = vrezen / bang zijn voor
  • deinde = vervolgens / daarna
  • aperire = openen
  • sub (+ acc.) = onder(in)
  • Iupiter / Iovem = Jupiter (oppergod)
  • Pluto / Plutonem = Pluto (god van de Onderwereld)
  • nunc = nu
  • regina = koningin
  • sedere = zitten
  • inter = tussen / temidden van
  • inter + acc.

    tussen / temidden van

  • gaudere = zich verheugen / blij zijn
  • dolere = verdrietig zijn
  • nam = want
  • iuvare = helpen
  • reddere = teruggeven
  • cogitare = (na)denken
  • nec … nec = noch … noch / niet … en ook niet
  • laedere = kwetsen / beledigen
  • cupere / io = begeren / verlangen / willen
  • consilium = besluit / plan
  • capere / io = Nemen
  • annus = jaar
  • dividere = verdelen
  • sex = zes
  • tum = toen / dan
  • curare = zorgen (voor)