IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Latijn
Disco
Deel 1 en 2
Hoofdstuk 21
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Latijn
Nederlands
res (5)
=
zaak / ding / situatie
rem gerere
=
oorlog voeren
sedes / sedes v
=
zetel / woonplaats
ac / et / atque
=
en
contra
=
daarentegen (bijwoord) / tegen (+ acc.)
hostilis
=
vijandelijk
inimicus
=
vijand(ig)
procul a(b) (+ abl.)
=
ver van
vix
=
nauwelijks
pars / partes v
=
deel
tertius
=
derde
ducere
=
leiden / voeren
satis
=
genoeg (+ gen. partitivus)
frumentum
=
koren
praeda
=
buit
proelium
=
strijd
proelium committere
=
de strijd aangaan
superare
=
overwinnen
unus
=
één / enig(e) / alleen
difficilis
=
moeilijk
magis (bijwoord)
=
meer
collega
=
collega / ambtgenoot
imperator / imperatores m
=
veldheer
resistere
=
weerstand bieden (aan)
contemnere
=
minachten / verachten
vanus
=
ijdel / leeg / irreëel
gloria
=
roem
spernere
=
minachten
verus
=
echt / waar
descendere
=
afdalen / afstijgen
vires / virium (meerv. gen.) v
=
krachten
superesse
=
over zijn
spes (5)
=
hoop / verwachting
dum
=
terwijl / zolang als / totdat
senatus (4)
=
senaat
totus
=
geheel
cladis / clades v
=
nederlaag
munire
=
ommuren / versterken
advenire
=
(er aan) komen / naderen
praeceptum
=
voorschrift
adhuc
=
tot nu toe
opprimere
=
onderdrukken / onder de voet lopen
ignorare
=
niet weten