Wozzol

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Latijn Nederlands
  • distuli = uitstellen / verschillen (pf)
  • differre = uitstellen / verschillen
  • nupsi = trouwen (pf)
  • nubere = trouwen
  • monui = waarschuwen (pf)
  • monere = waarschuwen
  • agere = voeren / leiden / handelen
  • imperium = bevel / macht / opperbevel
  • potens / potentes = machtig / in bezit van / in staat tot
  • transtuli = overbrengen (pf)
  • transferre = overbrengen
  • celebrare = (feest)vieren
  • ulcisci = (zich) wreken
  • obviam ire = tegemoet gaan
  • obviam ire +dat.

    iem. tegemoet gaan

  • conciliare = (voor zich) winnen
  • conspectus (4) = aanblik
  • libertus = vrijgelatene
  • egere = nodig hebben
  • egere + abl.

    nodig hebben

  • cupidus = verlangend om / begerig naar
  • cupidus + gen.

    verlangend om / begerig naar

  • notus = bekend