Pallas

Woordenlijsten Pallas

Hier vind je de woordenlijsten van Pallas van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.

  • Oudgrieks Nederlands
  • τὸ ἀργύριον = (zilver) geld
  • φύομαι, aor. ἔφυν = groeien, aor.: (van aard) zijn, geworden zijn
  • ὅταν ( = ὅτε + ἄν) + conj.
  • ἱκανός = voldoende / geschikt / in staat
  • ἀποδίδωμι, aor. ἀπέδωκα = teruggeven
  • τὸ χρῆμα (χρήματος) = zaak / ding / mv. bezit(tingen), geld
  • ἔφασαν = zij zeiden (imperf. van φημί)
  • ἀνά + acc. = langs (omhoog) / (verspreid) over
  • ἡδέως (bijwoord) = graag
  • ἔθηκα = ik plaatste / zette neer (aor. Van τίθημι)
  • ἀφαιρέω, aor. ἀφεῖλον = afnemen / wegnemen
  • χίλιοι = duizend
  • ἔδωκα = ik gaf (aor. van δίδωμι)
  • ἔβην = ik ging (aor. van βαίνω)
  • ὅσος = zo groot als / mv. zoveel als
  • ἀπέβην = ik ging weg / terug (aor. Van ἀποβαίνω)
  • ὁ οἰκέτης = (in huis dienende) slaaf / bediende
  • ἑκάτερος = ieder (van beiden)
  • ἔγνων = ik leerde kennen / ik begreep (aor. van γιγνώσκω)
  • φημί, 3e pers. mv. φασί(ν) = zeggen
  • ἐπιφαίνομαι, aor. ἐπεφάνην = verschijnen
  • ὑπέρ + gen. = boven / ter verdediging / bescherming van
  • θύω = offeren
  • τριάκοντα = dertig (wordt niet verbogen)
  • προστίθημι, aor. Προσέθηκα = toevoegen
  • δύομαι, aor. ἔδυν = duiken / gaan in / aantrekken