IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Oudgrieks
Eisma
Euripides 2021 Basiswoorden
Blok 1 (Hfdst. 2, 3, a)
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Oudgrieks
Nederlands
ἥκω
=
gekomen zijn / komen
ὁ Ζεύς / Διός / Διί / Διά
=
Zeus
ὁ / ἡ παῖς / παιδός
=
kind / zoon / dochter / slaaf
ὅδε / ἥδε / τόδε
=
deze / dit / de / het volgende
ὅς / ἥ / ὅ
=
die / dat (betrekk.) / (met ingesloten antecendent) wie / wat
τίκτω / aor. ἔτεκον
=
baren / ter wereld brengen / voortbrengen
ποτε
=
eens / ooit / soms
τὸ πῦρ / πυρός
=
vuur
ἐκ / ἐξ + gen.
=
uit / sinds / afkomstig van / ten gevolge van
ὁ θεός
=
god
...τε
=
en...
τὸ ὕδωρ / ὕδατος
=
water
ὁράω / fut. ὄψομαι aor. εἶδον aor. pass. ὤφθην
=
zien
ἡ μήτηρ / μητρός
=
moeder
ἔγγυς + gen.
=
dichtbij
ὁ οἶκος
=
huis / woning / erf
ἔτι
=
nog
ἀθάνατος (2)
=
οnsterfelijk
εἰς / ἐς + acc.
=
...in / naar / binnen / tot (temporeel)
ἐμός
=
mijn (eigen)
ἡ ὕβρις / ὕβρεως
=
overmoed / agressie / arrogantie
(ἐπ)αινέω
=
goedkeuren / prijzen / instemmen met
τίθημι / aor. ἔθηκα
=
leggen / plaatsen / (+ 2 acc.) maken tot
ἡ θυγάτηρ / θυγατρός
=
dochter
ἐγώ
=
ik
καλύπτω
=
bedekken