IT
EN
NL
FR
DE
ES
Imparare il vocabolario
Suggerimenti
Metodo di studio
Iniziare
Wozzol
Suggerimenti
Metodo di studio
Elenchi di vocaboli
Notizie
Imparare il vocabolario
Se desiderate imparare altri vocaboli in una lingua straniera, fatecelo sapere.
Contattateci
Elenco dei vocaboli
Elenchi di vocaboli
Oudgrieks
Eisma
Euripides 2021 Basiswoorden
Blok 7 (Hfdst. 4, 2, b)
Prima di imparare, controllate che l'elenco dei vocaboli sia corretto.
Azioni
Lista aperta per imparare
Stampa l'elenco come
flashcards
Esportazione dell'elenco come file di testo
Oudgrieks
Nederlands
ποῖ;
=
waarheen?
καθίστημι / aor. καθέστησα
=
neerzetten / (+ 2 acc.) maken tot / aanstellen als
ἡγέομαι
=
(+ dat.) de weg wijzen / voorgaan / leiden / (+ gen.) het bevel voeren over / (+ A.c.I.) menen / (+ 2 acc.) beschouwen als / houden voor
σύ
=
jij / u
ὁ γέρων / γέροντος
=
oude man / grijsaard
ὁ θύρσος
=
thyrsos(staf)
οὔτε...οὔτε
=
noch...noch
ἡ νύξ / νυκτός
=
nacht
ἡ ἡμέρα
=
dag
ἡδύς / ἡδέος
=
aangenaam / fijn
ὁ αὐτός
=
dezelfde
πάσχω / aor. ἔπαθον
=
lijden / te verduren hebben / ondervinden / ervaren
οὔκουν;
=
dan niet? soms niet?
οὐκοῦν;
=
(dan) niet? toch zeker wel?
ὅμοιος + dat.
=
gelijk aan / gelijkend op
ἡ τιμή
=
eer / waarde / aanzien
(ἐ)κεῖσε
=
daarheen
μόνος
=
alleen
μόνον (bijw.)
=
slechts / alleen maar
κακός
=
slecht / laf
μακρός
=
lang
μέλλω
=
(+ inf. prs.) op het punt staan / (+ inf. fut.) zullen / van plan zijn